De zoneregeling
individueel regelen
Kantoren die niet in gebruik zijn, toch verwarmen. Dat voelt niet goed, vertrekken die soms wel een hele dag verwarmd zijn, terwijl er niemand werkzaam is. Dat gaat men tegen met de zoneregeling. Die bestaat uit meerdere kamerthermostaten, die allemaal de ketel of mengregeling aansturen. Daarmee is het nare gevoel verdwenen, maar daalt ook het gasverbruik...?
Watertemperaturen
Goed stoken vereist drie niveaus. Opwarmen, warm houden en afkoelen. In een centraal systeem gaat dat als volgt:
- 's Ochtends met heet cv-water, om het huis op te warmen (het aanwarmniveau)
- Daarna met lauw tot warm water om het huis warm te houden (het warm houden niveau).
- 's Nachts met koud water. De cv is uit.
Bij een individueel ruimteverwarming zijn die drie niveaus niet meer te bereiken. Elke kamer zal op elk moment van de dag warm moeten kunnen worden. De ketel krijgt meerdere signalen tegelijk, en zal daarvan steeds het maximum maken. Telkens maakt de ketel een hoge watertemperatuur. Hoe hoog? De maximale watertemperatuur, soms de watertemperatuur van de hoogst vragende groep, maar altijd een hoge watertemperatuur.
Zuinig
Zo'n zoneregeling lijkt veel zuiniger dan zo'n ouderwets centraal systeem, waarbij steeds het hele gebouw warm gestookt moet worden. In de praktijk valt het bitter tegen. De besparing als gevolg van het decentraal verwarmen gaat dikwijls verloren doordat het water eigenlijk altijd te warm is. Dat te warme water stroomt dan niet alleen naar het vertrek dat verwarmd moet worden, maar het zit in alle leidingen.
Het comfort
Bij een zoneregeling komt men binnen in een onverwarmde kamer die warm gemaakt moet worden. In een centraal systeem is die kamer altijd warm! Dat laatste is behaaglijker. Zeker bij vloerverwarming als dat opwarmen ook nog eens erg lang duurt.