Weersafhankelijk regelen
Hoe groter het gebouw, hoe vaker men een weersafhankelijke regeling toepast. Ook die stuurt de ketel of een mengregeling van een groep aan. Dat doet ie op basis van de buitentemperatuur, gemeten via een buitenvoeler.
De stooklijn
De hoogte van die watertemperatuur is afhankelijk van de heersende buitentemperatuur. Die relatie is vastgelegd in een stooklijn. Is die goed gekozen, dan blijft de binnentemperatuur binnen constant. Dat kan echter alleen als er 24 uur op dagniveau verwarmd wordt, en zelfs dan is het omslachtig. Daar waar elke kamerthermostaat moeiteloos een binnentemperatuur van twintig graden kan handhaven, lukt een weersafhankelijke regeling dit alleen als de stooklijn goed gekozen is. Iedere gebouwenbeheerder weet dat dat eigenlijk nooit goed lukt.
- Kies eerst bij een buitentemperatuur van 20 °C een watertemperatuur. Normaal is ook 20 °C. Je wilt immers niet verwarmen of koelen als het buiten al 20 ºC is.
- Het tweede punt kiest men met koud weer. Bijvoorbeeld bij -10 °C buiten, een watertemperatuur van 70 °C. Daarna controleren of de temperatuur constant blijft bij elk weertype. De juiste waarden zijn niet te geven. De stooklijninstelling is afhankelijk van de isolatie-eigenschappen van het gebouw, het vermogen van de cv-installatie en de wensen van de gebruiker. Die zijn steeds verschillend. De installateur stelt alleen een basis in, de rest zal men zelf moeten doen.
Weersafhankelijke regelingen comfortabel?
Zoals gezegd houdt een weersafhankelijke regeling de temperatuur binnen constant. Maar dat is helemaal niet zo handig. Zuinig stoken is 's nachts zo lang mogelijk 'uit' (zie ook Temperatuur 's nachts). 's Nachts uit, 's morgens even warm maken (aanwarmen), en daarna warm houden. Dat betekent drie niveuas van verschillende watertemperaturen: koud, heet en warm. Weersafhankelijk kan dit niet. Een stooklijn legt maar één relatie, geen twee. Deze stookt dus op twee niveaus.
Omdat cv's met weersafhankelijke regelingen 's nachts zachter stoken of zelfs 'uit' gaan, kan het overdag nooit kloppen. Men kiest een stooklijn die ergens tussen warm en heet in zit. Dat is niet echt comfortabel. 's Morgens wil het maar moeilijk warm worden, en aan het eind van de dag is het te warm. Kantoorgebouwen zijn daar berucht om. Maandagochtend is het altijd te koud en vrijdagmiddag is het te warm. Dergelijke gebouwen worden ook driekwart van de tijd niet gebruikt; er vindt daardoor veel afkoeling plaats!
Goede toepassingen van weerafhankelijk regelen
Soms kan het niet anders. In gebouwen waar geen representatieve referentieruimte voorhanden is, is een weersafhankelijke regeling noodzaak. Zo'n regeling maakt daar namelijk geen gebruik van. In utiliteitsgebouwen met veel verschillende gebruiksfuncties (bedrijvencentra, appartementencomplexen) maakt men er vrijwel altijd gebruik van.
Het kan eigenlijk alleen redelijk werken, wanneer het klokprogramma de mogelijkheid biedt om per blok verschillende kamertemperaturen te wensen. Kunstmatig is het dan mogelijk om wel op drie niveaus te verwarmen.