Als een gebouw afkoelt, stroomt er meer warmte naar buiten dan naar binnen. De binnentemperatuur daalt. Als de binnentemperatuur stijgt stroomt de warmte van buiten naar binnen. Dat gebeurt in de zomer. Als het constant 20 °C is, zijn die twee warmtestromen gelijk.
Wat laat de warmte stromen
Het is nuttig te weten welke factoren de warmtestroom beïnvloeden. Want misschien zijn die factoren zelf gunstiger te maken. Een cv-installatie zorgt voor een extra warmtestroom naar binnen, en hoe minder warmte naar buiten stroomt, hoe minder de cv-installatie bij moet stoken. Die factoren zijn:
- Het temperatuurverschil tussen buiten en binnen. Warmte stroomt van A naar B door het temperatuurverschil tussen A en B. Hoe groter dat verschil, hoe meer warmte zal stromen. Vergelijk het maar met een opgeblazen ballon. Als deze helemaal vol zit stroomt de lucht er harder uit, dan halfleeg.
- De tweede factor is de wand waardoor de warmte moet stromen. Door een muur stroomt de warmte minder goed dan door een open deur. In het Nijmeegse Kronenburgerpark staat het middeleeuwse vestingwerk Het Rondeel, met muren die anderhalve meter dik zijn. De temperatuur binnen is altijd rond de 19 °C, zomers en in de winter. Die anderhalve meter is een geweldige isolatie.
- Dan is er nog de tijd. Hoe langer er een temperatuurverschil is, hoe meer warmte weg zal stromen. Wie van een wintervakantie terug komt, zal een koud huis aantreffen.